Boedelbeschrijving

Uit Sint Anna ter Muiden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Wanneer iemand overleden was werd er meestal een inventaris opgemaakt van de goederen die de overledene had nagelaten. Dat gebeurde door afgevaardigden van de magistraat, bijvoorbeeld de baljuw en een schepen. Zo'n inventaris werd ook wel prisie genoemd, van het Franse woord 'prendre', dat ook 'opnemen' kan betekenen. Wanneer er ook een of meerdere wezen waren, diende deze prisie als basis waarmee de voogden voor de weeskamer de verplichte rekening konden opstellen.
Er zijn in de geschiedenis van Sint Anna ter Muiden honderden van dit soort boedelbeschrijvingen vastgelegd. Ze geven een goed beeld van het bezit of de schulden die iemand had bij overlijden. Er was wel een groot verschil tussen arm en rijk en dat wordt ook duidelijk uit de boedelbeschrijvingen. Die van een rijke boer met veel land zag er heel anders uit dan die van een middenstander of een arbeider.
Hier geven we van alle drie een representatief voorbeeld. Omdat ze vaak nogal uitgebreid zijn is het onmogelijk ze allemaal uitgeschreven op te nemen op de site, maar een groot deel is beschikbaar via de foto's.


De middenstander Philippus Scheers, bierleverancier.

  • Hij was ook diaken, wat niet altijd even goed uitpakte. Zijn boekhouding was slordig, zowel voor de kerk als voor zijn eigen zaken.
  • Hij leefde van 1733 tot 1779 en bleef ongetrouwd. Als nazaat van een geslacht van burgemeesters en schepenen en grote boeren had hij wel enig bezit geërfd in de vorm van huizen en land in Sint Anne. Hier volgt zijn boedelbeschrijving.

Boedel van Philippus Scheers

  • 10.6.1779:
    Erfgenamen:
  • Johannes Plasschaart wonende te St Anne en thans gehuwd en wonende in Cadzand, als kind van hoofdman Adriaan Plasschaart en wijlen de oudste zuster Johanna Scheers.
  • Johannes Bastinck en Magdalena Bastinck in huw met Jacobus vd Ameele, den jongen kinderen van wijlen Abraham Bastinck en wijlen de tweede suster Deborah Scheers.
  • Voorts Pieter Romanus vd Ameele, minderj zoon van de rendant Jacobus vd Ameele en wijlen Deborah Scheers.
  • Item Johannes Scheers meerderj jongman, gewoond hebbende binnen Sluijs en thands wonende binnen Middelburgh in Zeeland, zoon van de overleden broeder Boudewijn Scheers, in leven, koopman binnen Sluijs.
  • En eijndelinge Matie Scheers wed Mattheus Daansen wonende Aardenburg, des overledens volle suster.

Onroerend goed: 1. Verkocht op 30.6.1779 aan Nicolaes Schotte voor 166 pond een huis, brouwerie, stal en erve in de korten Ommegangstraate. 2. Verder competeert den overledenen een huijs, stallinge en erve genaamd de oude Brouwerie gestaan op de plaetse of Marktplain. Dit goed verkocht op 10.9.1779 aan Francois Bookelaar voor 8 pond 13 sch. 3. In 1779 is verder publiek verkocht aan Adriaan Plasschaert, hoofdman van St Anna ten Vrijen, voor 93 pond 9 sch [stuk ontbreekt, bedoeld is De Witte Leeuw].


Verder gemeld roerende goederen en daarnaast te dorsen granen en bonen, beestialen, zilveren en koperen munten, het tractement als schepen van St Anne en als stads Horlogie stelder. Jan Bastinck krijgt nog geld voor de garsinge van een gaard en voor de heijninge rond een weije. Verschillende schuldeisers, winkelier Rudolph Steessel krijgen nog geld.


Verder ontvangsten voor de levering van bier: aan wed Schrader tot Sluijs, Carel Jonaar tot Sluijs, hoofdman Adriaan Plasschaert, Jan Rens tot Sluijs, de rendant, Cornelis Verhoeve op het Pas tot Sluijs, Jacob Naeije, mr J.H. Weddij meester chirurgijn tot Sluijs, Johannes Voskamp, wed vanden Ende op het Pas tot Sluijs, H. Calshuer te Sluijs, wijlent Isaac Naeije, Abraham van Waeijenbergh, Louis Geerardts tot Sluijs, schepen Francois Bokelaar, IsaacBrok, wed Johannes Plasschaert in huw met Mattheus de Bruijne, Johannes Bellink, wijlent burgmr Pieter Naeije, de bode Abraham de Kan, schepen Janne de Cloedt, wijlent burgemr Pieter le Roij, Christiaen Reuver, Hermanus Vlieland tot Sluijs, Josias Croquette, Abraham Bastinck, Mattheus de Bruijne, wed Anthonij Stoppels op het Pas.

  • Nog te vorderen:
  • Van wijlent de wed Johannes Lamens over levering van nagels.
  • Van Johannes Lust over zeijsens.
  • Van Abraham Galander over gecogte goederen.
  • Van schepen Francois Bookelaar over gecogte goederen.
  • Van Rudolph Steessel per reste over gecogte goederen..
  • Van Isaac Antisee over gecogte goederen.
  • Van Jan de Graaff over levering van bier.
  • Van Joseph Mergaar over levering van houd.
  • Van Adriaan Plasschaert en Mattheus de Bruijne over levering van hout.
  • Van de weduwe Carels over verschot voor haar door den overledene gedaan.
  • Van Christiaen Post slagter tot Sluijs over koop van een koebeest.
  • Van Jacob de Jonge tot Sluijs wegens overgenome garsinge.
  • Van Christiaen Reuver wegens eene geteikende assignatie.


De volgende posten van nog te innen geld die niet door de overledene zijn afgeschreven ‘en diversche in armoedigen toestand’. Deze posten worden pro memorie opgenomen.

  • De wed Francois van Petegem over bierleverantie.
  • Jan du Burck.
  • Pieter Bodard tot Sluijs over bierleverantie.
  • Pieter Rekkebus over gecogte goederen.
  • Jan Paulus over gecogte goederen ‘dog alzoo dien man in een seer armoedigen staat sig bevind’ is de schuld niet inbaar.
  • Jan Mosis 2 sch: zijn verrekend.
  • Cornelis van Hougem gewoond hebbende tot Sluijs maar vandaar gevlucht.
  • Jan de Klerk, idem.
  • Bernard Bosseur over gecogte goederen.
  • Cornelis Verhoeve op het Pas over bierleverantie.
  • Twee wisselbrieven ten laste van wijlent Mattheus Cornelis Daansen in huw geweest met Maatje Scheers, de suster.
  • Jan Wanchelle gewoont hebbende als herbergier in Potties herberge in lande van Cadzand

over bierleverantie, ‘alzoo sig den selven Jan Wanchellen in een armoedigen staat bevind kan daar van niets werden ingevordert, egter hebbende de rendanten met den thnads bewoonder van de opgemelte Potjes herberge Isaac Blankaar, en waarvan gesegde Wanchelle nog eenige gelden te goed heeft, aangegaan een minnelijk accoort.

  • Jacob de Jonge tot Sluijs wegens pacht van garsingen van het Gouvernement van Sluijs door den rendant betaald.

Verder nog te ontvangen

  • Van Jacobus vd Ameele de jonge over bierleverantie.
  • Van auditiepenningen als schepen
  • Nog ontvangsten over verkogte melk, boter en groentens.

Uitgaven:

  • Vereekening van de erfenis van hun moeder Maria Francoise Bodrij wed Johs Scheers.
  • Betaald aan Johan van der Beke medecijnen doctor te Sluijs over gedane visites en gegeven advisen in de dood siekte van den overledenen.
  • Betaald aan den chirurgijn Weddij tot Sluijs over gedane visites en leverantie van medecijnen.
  • Betaald aan Adriaan Robbers tot Sluijs over leverantie van medecijnen.
  • Betaald aan schepen Francois Bookelaar over het maken van de doodkist en geleverde spijs en drank aan de buijten vrinden ter begravenis.
  • Betaald aan den stads bode en lijkebidder Abraham de Kan over gedane kleermakerswerk, het doen van de wete des overledens, het leveren van roubanden en het adsisteren der begravenis.
  • Betaald aan schepen Johan de Munck over smedewerk ten dienste van de doodkist.
  • Betaald aan Bartholomeus van de Putte tot Sluijs over leverantie van wijn in de doodziekte van den overledene in april en meij 1779.
  • Betaald aan Dina Mattheewsen over vier en half jaar huur als dienstmeid bij den overledene en dat van primo meij 1775 tot ultimo 0ctober 1779 38 pond 6 schellingen.
  • Betaald aan Rudolph Steessel over het voeren van bier en granen voor den overledenen over verscheidene jaren.
  • Betaald aan Jacobus vd Ameele junior over gedane paardenarbeijd voor den overledenen.
  • Betaald aan Johannes du Burck over gedanen paardenarbeid in het voeren van bier en andere saken voor den overledenen.
  • Betaald aan Mattheus de Bruijne over leverantie van stroo en betaalde schade door de beesten van de overledenen aan hem de Bruijne gedaan in 1778.
  • Betaald aan Abraham Galander over diversche diensten als arbeijder voor den overledenen.
  • Betaald aan Christiaen Reuver over diversche diensten, zoo in het oppassen van den klok, reijsen na Brugge, schoonmaken van granen, en het affleggen van den selven.
  • Betaald aan Isaac Boddrij over gedane diensten en arbeijdslonen.
  • Betaald aan Johannis Bastinck over dorssen en moutwegen.
  • Betaald aan Rudolph Steessel over paardenarbeid zoo in het mennen van vruchten als anders.
  • Betaald aan schepen Johannes de Cloedt over het malen van mout.
  • Betaald aan Susanna Dames wed burgmr Pieter le Roij over het grasen van renderbeesten en het gebruijk van de roupelle voor den overledenen.
  • Betaald aan Isaac Benteijn stokhouder van der Groede over twee gecogte renders in den coopdag van de weduwe de Blake 13.5.1779.
  • Betaald aan Isaac Brok over arbeidsloon in het dorssen, spitten etc voor den overledenen.
  • Betaald aan Arent van der Vlim over een jaar pagt van het sevende perceel garsinge van het Kleijne Pas.
  • Betaald aan doctor Johan van der Beeke over een jaar pagt van 2 partijen weilands ten desen schependomme; ten eerste van 9 gem 200 roeden in de Robbemoreel, ten tweede van 3 gem 21 roeden mede aldaar gelegen.
  • Betaald aan baas Jan Segerse tot Sluijs over 500 oude steen door den overledene van hem gecogt 25.3.1779.
  • Betaald de thesorier deser stede een jaar pagt van stadts bieraccijns, en eene rente gaande uijt het huijs en erve genaamt de oude Brouwerieput.
  • Betaald aan de wed Schrader tot Sluijs over leverantie van verf en dagsgelden.
  • Betaald aan J.C. Kaenitz tot Aerdenburg over den pacht van consumptie.
  • Betaald aan schepen Johannes van Hecke over kennisgelt van vervoerde bieren.
  • Betaald aan Hermanus Vlieland tot Sluijs over paspoortgelden.
  • Betaald aan Johannes Lust over leverantie van varkensvlees, reusel, calck en diversche andere saken.
  • Betaald aan Johannes Loijs over leveringe van gist in diversche reijsen.
  • Betaald aan J.B. Beijaard over leverantie van agt stoop raapolij.
  • Betaald aan ontfanger De Boucq over provintierechten voor het beestiaal aan het comptoir van Houcke.
  • Betaald aan de selve ontfanger de Boucq over het beestiaal ten comptoire van Houcke.
  • Betaald aan B. Neijts vrij tiende steker tot Westcappelle over 5 gem 2 lijnen lands, waarin Jan Bastinck de helft moet betalen.
  • Betaald aan Charles Coutteau over d’obedientie van St Donaes in Brugge over de tiendepagt van den West Schellemans hoek in Oostkerke.
  • Betaald aan J.H. Delpiere ontfanger der parochie St Anne ten Vrijen koninginnesbodem over parochiekosten van 13 gem 6 roeden lands aldaar.
  • Idem over parochiekosten van 3 gem thiende in het Maneschijn.
  • Idem over parochiekosten Westcappelle.
  • Verdere uitgaven adminsitratieve kosten, waaronder taxatiekosten.